U bent hier
Actief burgerschap en burgerparticipatie
Met de ingrijpende veranderingen in de verzorgingsstaat doen overheden een sterker beroep op burgerkracht: het vermogen van burgers om op eigen initiatief –vaak met hulp van de overheid en sociale professionals – zelf maatschappelijke problemen aan te pakken. Actief burgerschap behelst het (leren) deelnemen aan het maatschappelijk leven en het vormgeven van de gemeenschappelijke leefomgeving in wisselwerking met medeburgers, organisaties en overheden.
Een succesvolle uitoefening van actief burgerschap vereist van burgers dat ze competenties ontwikkelen om die verantwoordelijkheid te kunnen nemen en dragen. Daarnaast vereist het van instituties dat zij burgers daartoe uitnodigen, ondersteunen en toerusten.
Burgerinitiatieven nieuwe stijl
Burgerinitiatieven kunnen uiteenlopende vormen aannemen: van traditionele vormen van mantelzorg en vrijwilligerswerk binnen verenigingen en zelforganisaties tot coöperaties van burgers die zelf hun eigen energie opwekken, een voedselbank runnen, een buurthuis beheren of een broodfonds voor zzp’ers starten. Kenmerkend voor veel nieuwe vormen van burgerinitiatief is het streven naar directe solidariteit en betrokkenheid – in tegenstelling tot de ‘indirecte solidariteit’ zoals we die via anonieme verzekeringen, banken en andere voorzieningen van onze verzorgingsstaat zijn georganiseerd. Een ander onderscheid met traditionelere vormen van burgerparticipatie is dat veel nieuwe initiatieven gemotiveerd zijn door een lokaal en praktisch engagement. Politieke en ideologische drijfveren zijn niet afwezig, maar komen tot uitdrukking in concrete pogingen om de eigen straat of buurt leefbaarder te maken en iets te betekenen voor medeburgers.
Lichte gemeenschappen met zwakke verbindingen
Een laatste kenmerk van nieuwe burgerinitiatieven is dat zij vaak gedragen worden door zogenaamde ‘lichte gemeenschappen’. Met deze term duiden de sociologen Jan Willem Duyvendak en Menno Hurenkamp op sociale verbanden die niet bijeengehouden worden door sterke gemeenschapsbanden, sociale controle en verwantschappen voor het leven, maar door zwakkere, flexibele verbintenissen en onderlinge vertrouwdheid met verschillen. Volgens hedendaagse stadssociologen zijn het juist deze ‘zwakke bindingen’ die het sociale weefsel van stadswijken versterken, zonder nieuwe vormen van sociale controle en uitsluiting te bevorderen.
Kanteling
In de verhouding tussen burgers, organisaties en overheden zou volgens invloedrijke bestuurskundigen en sociaal wetenschappers sprake (moeten) zijn van een kanteling. Burgers zouden weer ‘in hun kracht’ moeten worden gezet door hen de ruimte te geven om zelf initiatieven te nemen. Als deze niet spontaan ontstaan, zouden burgers hiertoe moeten worden gestimuleerd. Overheden zouden de traditionele regierol op hun beurt moeten loslaten en vertrouwen op de zelforganiserende krachten die werkzaam zijn in de civil society. Welzijnsorganisaties zouden tot slot moeten transformeren van productiebedrijven in opdracht van de overheid tot facilitaire bedrijven die handelen in opdracht van de burgers. Zij doen dat door burgers te activeren en te verbinden – met elkaar en met organisaties en netwerken die hen van dienst kunnen zijn.
Horizontale verantwoording
Bij de vormgeving en evaluatie van deze professionele ondersteuning worden burgers vaak actief betrokken in nieuwe vormen van ‘horizontale verantwoording’. Ook op andere beleidsterreinen maken overheden en maatschappelijke organisaties gebruik van interactieve beleidsvormingstrajecten en open planprocedures om burgers (mede) richting te laten geven aan lokaal beleid. Met kleine burger-, buurt- of bewonersbudgetten worden burgerinitiatieven soms door lokale overheden ondersteund.
Voorwaarden actief burgerschap
Om burgers zich actief te laten inzetten voor de samenleving, moeten zij toegerust zijn met de competenties die hen in staat stellen om deel te nemen aan het maatschappelijk leven in de civil society. Daarnaast dienen instituties (overheden, organisaties en instellingen) burgers de gelegenheid te bieden om deel te nemen door hen te betrekken, uit te dagen, te ondersteunen en te faciliteren.
Discussie
Het beroep van overheden op burgerparticipatie blijkt omstreden, vooral wanneer dit beroep gepaard gaat met een pleidooi voor een ‘participatiesamenleving’ of ‘Big Society’. Misschien is deze controverse inherent aan de ideologische vooronderstellingen van de participatiesamenleving als maatschappelijk ideaal. Het (neo)liberale streven naar een kleinere overheid, het sociaaldemocratische ideaal van actieve participatie en directe onderlinge solidariteit en het christendemocratische appel op eigen verantwoordelijkheid en naastenliefde zijn daarin op ingenieuze wijze met elkaar vervlochten. Maar een dergelijk compromis tussen politieke agenda’s blijft uiteraard spannend. Concrete interpretaties en uitwerkingen van ‘de participatiesamenleving’ brengen al snel spanningen tussen de verschillende uitgangspunten aan het licht en lokken daarmee fundamentele discussies uit, onder meer over de volgende vragen:
- Is het wenselijk en realistisch om het beroep op burgerkracht als antwoord te zien op de versobering van verzorgingsstaatarrangementen?
- Wanneer taken die voorheen tot die van de overheid werden gerekend door burgers worden uitgeoefend, kan men zich afvragen of het gelijkheidsbeginsel hiermee in gedrang komt.
- Een groter beroep op het zelforganiserend vermogen van burgers zou tot een scherpere tweedeling kunnen leiden tussen ‘goede’ en ‘slechte wijken’.
-
Gaat het lokale en praktische engagement van burgerparticipatie nieuwe stijl niet al te makkelijk voorbij aan grotere structurele vraagstukken en fundamentele politieke kwesties?
Lees meer over burgerkracht in de bijbehorende pdf: Actief burgerschap en burgerparticipatie.
Auteur: Dirk Postma (2013)
Verder lezen
Blokland, T. (2006). Het sociale weefsel van de stad. Cohesie, netwerken en korte contacten. Rotterdam: oratie.
Boer, N. De, Diepen, A. van & Meijs, L. (2013) Swingen met lokale kracht. Overheden en de netwerksamenleving. Den Haag: Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling.
Boer, N. de & Lans, J. van der (2011). Burgerkracht. De toekomst van het sociaal werk in Nederland. Den Haag: Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling.
Boutellier, N. (2010). De improvisatiemaatschappij. Over de sociale ordening van een onbegrensde wereld. Den Haag: Boom.
Duyvendak, J. W. & Hurenkamp, M. (red.). (2004). Kiezen voor de kudde. Lichte gemeenschappen en de nieuwe meerderheid. Amsterdam: Van Gennep. Gunsteren, H. R. van (1992). Eigentijds Burgerschap. Den Haag: Sdu Uitgeverij.
Gowricharn, R., Postma, D.W. & Trienekens, S. (2012). Geleefd burgerschap. Amsterdam: Uitgeverij SWP.
Kal, D. (2001). Kwartiermaken. Werken aan ruimte voor mensen met een psychiatrische achtergrond. Amsterdam: Boom.
Lans, J. van der (2012). Burgerkracht vraagt om andere instituties. Sociale Vraagstukken.
Marshall, T.H. (1950). Citizenship and Social Class and Other Essays. Cambridge: Cambridge University Press.
Lupi, T. (2005). Buurtbinding. Amsterdam: Aksant.
Nauta, L. (2000). Onbehagen in de filosofie. Amsterdam: Van Gennep.
Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (2013). Terugtreden is vooruitzien. Maatschappelijke veerkracht in het publieke domein. Den Haag: Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling.
Sieckelinck, S. Buren, S. Van & El Madkouri, H. (2013). Onbevoegd gezag. Hoe burgers zelf de gezagscrisis aanpakken. Den Haag: Boom.
Tonkens, E. (2011 ). De onbeholpen samenleving. Amsterdam: Amsterdam University Press.
Verhoeven, I. (red.) (2013). De affectieve burger. Hoe de overheid verleidt en verplicht tot zorgzaamheid. Amsterdam: Van Gennep.
Trienekens, S. J. (2009). Kunst in het hart van de samenleving. Over burgerschap en culturele dynamiek. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam.
Verkaaik, O. (2011). Ritueel burgerschap. Amsterdam: AUP
Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (2012). Vertrouwen in burgers. Amsterdam: Amsterdam University Press.
Völker, B. (2009). Buurten, gemeenschappen, collectieve goederen en kwaden. Sociale samenhang in de wijk. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (2006). De verzorgingsstaat heroverwogen. Over verzorgen, verzekeren, verheffen en verbinden. Amsterdam: Amsterdam University Press.
Wilde, M. de (2013). Als meedoen pijn doet. Affectief burgerschap in de wijk. Amsterdam: Van Gennep.
Zwaard, J. van der (2010). Scènes in de Copy Corner. Van vluchtige ontmoetingen tot publieke vertrouwdheid. Amsterdam: SUN Trancity.