U bent hier
Beroepenstructuur Zorg en Welzijn
In de sector welzijn en maatschappelijke dienstverlening werken in totaal 65.000 professionals. In 2006 is een nieuwe beroepenstructuur vastgesteld, waarbij de uiteenlopende werkvelden zijn samengebracht in twee domeinen: dat van de verpleegkundige en verzorgende beroepen en het sociaal agogische domein.
In de aanloop naar de beroepenstructuur van 2006 speelde de discussie om alle welzijnsberoepen samen te brengen onder de noemer sociaal werk. Met de komst van Welzijn Nieuwe Stijl steekt deze discussie opnieuw de kop op. De nieuwe sociale professional zou vooral een generalist moeten zijn die op veel maatschappelijke vraagstukken ondersteuning aan burgers kan bieden.
Beroepsgroepen
In de sector welzijn en maatschappelijke dienstverlening werken in totaal 65.000 professionals, waarvan tweederde direct uitvoerend werkt met cliënten, vrijwilligers en actieve burgers. De grootste beroepsgroepen zijn de maatschappelijk werkers, de pedagogisch werkers, de sociaal-cultureel werkers en de peuterspeelzaalleidsters. Daarnaast is er een bonte lappendeken aan andere agogische beroepen zoals jeugd- en jongerenwerkers, opbouwwerkers, ambulant hulpverleners en een groot aantal functies met benamingen als sociaal makelaars, wijkcoaches, streetcornerworkers et cetera. De variëteit in benaming van de beroepen duidt aan de ene kant op de grote mate van maatwerk op lokaal niveau, maar is anderzijds ook een teken van een niet al te sterk ontwikkelde beroepsidentiteit.
Beroepsverenigingen
Van de welzijnsberoepen in Nederland heeft het maatschappelijk werk de best ontwikkelde beroepsvereniging. De Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers heeft zo’n 5000 leden, er is een beroepsregister voor maatschappelijk werkers en voor jeugdzorgwerkers. Sinds 2012 heeft de NVMW zich verbreed en kunnen sociaal pedagogisch werkers, sociaal psychologen en andere agogische beroepen zich aansluiten. Van de andere beroepen kan dat niet gezegd worden. De relatief kleine groep opbouwwerkers in Nederland beschikte over een eigen infrastructuur die in 2007 opging in het landelijk kennisinstituut Movisie. De beroepsvereniging van opbouwwerkers heeft jaren een papieren bestaan geleid en is na een korte opleving met zo’n 140 wijkwerkers die zich verenigden via een LinkedIn groep, opnieuw uit elkaar gevallen. Kinderwerkers en jongerenwerkers hebben zich verenigd in BV Jong , dat inmiddels uitgegroeid is tot een kleine 200 leden.
Beroepsopleidingen
Van de direct uitvoerende professionals heeft 37% een hogere sociaal agogische beroepsopleiding gevolgd. Ruim 23 % volgde een middelbare beroepsopleiding en 4% heeft een wetenschappelijke opleiding. Opvallend is dat de rest een niet specifiek op het werkveld toegespitste beroepsopleiding heeft gevolgd. De beroepsopleidingen in Nederland zijn even gevarieerd als de beroepsgroepen zelf. Naast hogere beroepsopleidingen voor Maatschappelijk Werk en Sociaal Pedagogische Hulpverlening zijn er hogere opleidingen als Culturele en Maatschappelijke Vorming, Pedagogiek, Creatieve Therapie, Psychologie en Godsdienstpastoraal werk. De middelbare beroepsopleidingen zijn met ingang van 2014 gebaseerd op sociaal werk met verschillende uitstroomvarianten voor maatschappelijke dienstverlening, sociaal cultureel werk en pedagogisch werk.
Beroepenstructuur
In 2006 is een nieuwe beroepenstructuur vastgesteld onder de verantwoordelijkheid van het Platform Kwalificatiebeleid Zorg en Welzijn, waarin werkgeversorganisaties, vakbonden, beroepsverenigingen en het middelbaar en hoger beroepsonderwijs vertegenwoordigd waren. De uiteenlopende werkvelden zijn samengebracht in twee domeinen: dat van de verpleegkundige en verzorgende beroepen en het sociaal agogische domein. Een belangrijke vernieuwing was de constatering dat deze domeinen een steeds grotere overlap vertonen in de maatschappelijke zorg. Zorgberoepen moeten steeds meer aandacht besteden aan empowerment en welzijnsberoepen krijgen meer en meer te maken met zorgbehoevende burgers.
Competentieprofielen
In de beroepenstructuur zijn de volgende competentieprofielen opgenomen:
- Activiteitenbegeleider
- Beroepskrachten primair proces gehandicaptenzorg
- Groepsleidster buitenschoolse opvang
- Groepsleidster kinderopvang
- Leidster peuterspeelzaalwerk
- Helpende zorg en welzijn
- Jeugdzorgwerker
- Jongerenwerker
- Maatschappelijk werker
- Ouderenadviseur
- Pedagogisch werker
- GGZ agoog Sociaal raadsman
- Sociaal dienstverlener
- Jeugdzorgwerker
- Sociotherapeut
- Woonbegeleider
- Sociaal-cultureel werker
-
Opbouwwerker
Alle welzijnsberoepen onder één noemer?
In de aanloop naar de beroepenstructuur van 2006 speelde de discussie om alle welzijnsberoepen samen te brengen onder de noemer sociaal werk. Indertijd wilden de verschillende partijen en in het bijzonder het beroepsonderwijs niet zo ver gaan. Met de komst van Welzijn Nieuwe Stijl steekt deze discussie opnieuw de kop op. De nieuwe sociale professional zou vooral een generalist moeten zijn die op veel maatschappelijke vraagstukken ondersteuning aan burgers kan bieden. Deze competenties vormen een aanscherping van de beroepenstructuur van 2006.
Auteur: Paul Vlaar
Verder lezen
Meer over de beroepenstructuur Zorg en Welzijn
http://www.fcb.nl/welzijn/cijfers-en-onderzoek/
Beroepsprofiel van de Maatschappelijk Werker, NVMW 2006
Scholte, M., A. Sprinkhuizen en M. Zuithof. De generalist, De sociale professional aan de basis. Bohn Stafleu van Lochem, Houten 2012
Vlaar, P., M. Kluft en S. Liefhebber. Competenties Maatschappelijke Ondersteuning in de branche WMD, Movisie. Utrecht 2013
Vlaar, P., M. van Hattum, C. van Dam en R. Broeken. Klaar voor de toekomst, een nieuwe beroepenstructuur voor de branche WMD, GHZ, Jeugdzorg en KOV. NIZW. Utrecht 2006