U bent hier

Professionalisering

In de sociologie van de beroepen geldt professionalisering als het proces waarbij een beroep zich tot een herkenbare en erkende professie ontwikkelt.

Beroepsbeoefenaren proberen om occupational control te verkrijgen, dat wil zeggen zelf hun beroepsuitoefening te reguleren en te controleren. De sociale beroepen vertonen kenmerken van een professie, zoals het bestaan van beroepsorganisaties en beroepsprofielen, maar slagen er zelden in occupational control te verwerven. Dat heeft met tal van factoren te maken, zoals hun afhankelijkheid van de overheid, de diffuusheid van hun kennisbasis en het moeilijk af te bakenen beroependomein. Dit vraagt om een eigen, passende vorm van professionalisering.

Binnen- en buitenperspectief

Bij professionalisering kan een binnenperspectief en een buitenperspectief worden onderscheiden. Bij het binnenperspectief wordt professionalisering bekeken vanuit de blik van sociale professionals. Het draait dan vooral om de verhouding tussen beroep en individuele beroepsbeoefenaar. Bij het buitenperspectief komen de verwachtingen in beeld die politici, bestuurders en burgers hebben van de sociale beroepen. Hierbij staat de verhouding tussen beroep en samenleving centraal. Professionalisering kenmerkt zich door een wisselwerking tussen binnen- en buitenperspectief. De geschiedenis van de sociale beroepen laat een sterke dynamiek zien tussen binnen- en buitenperspectief.

Beroep – individuele beroepsbeoefenaar

Vanuit het binnenperspectief staat bij professionalisering de ontwikkeling van vakmanschap centraal. Dat betreft de normen, standaarden en regels die vakgenoten hanteren om te bepalen of er sprake is van ‘goed werk’. De ontwikkeling van vakmanschap veronderstelt persoonlijke ontwikkeling van de individuele beroepsbeoefenaar. Het gaat erom het vak steeds beter te beheersen en permanent naar kwaliteit te streven. Dat vraagt om veel (individuele) reflectie, maar ook om uitwisseling en wisselwerking met vakgenoten. Binnen de sociale beroepen zijn bijvoorbeeld intervisie, supervisie en collegiale consultatie beproefde instrumenten om vakmanschap te ontwikkelen. Meer recent zijn ook andere vormen in opkomst, zoals leren op de werkplek of Communities of Practice (CoP’s). Met name CoP’s bieden de mogelijkheid om de ambachtelijkheid – de meer persoonlijke of subjectieve kant van het vakmanschap – in beeld te krijgen. Sennett (2008: 77) spreekt over: ‘de duizend kleine alledaagse bewegingen die bij elkaar opgeteld het ambacht vormen’.

Samenleving – beroep

Mede als gevolg van toenemende politieke afhankelijkheid en bestuurlijke turbulentie – bijvoorbeeld als gevolg van invoering van de Wmo – is het buitenperspectief bij de sociale beroepen in het afgelopen decennium dwingender geworden. Hoe reageren sociale professionals op deze omstandigheden? Het vakmanschap en de ambachtelijkheid die professionals aan de dag leggen in hun dagelijkse contact met klanten en deelnemers volstaan niet om hun verhouding tot de buitenwereld op adequate wijze vorm te geven. Dat vraagt om een specifiek soort professionaliteit, bijvoorbeeld een politieke antenne of de vaardigheid om in te schatten welke strategische ruimte er is en hoe die benut kan worden. Voor de ontwikkeling van professionaliteit geldt dat die zowel op het niveau van de individuele beroepsbeoefenaar kan plaatsvinden als op het collectieve niveau van het beroep en de beroepsorganisaties.

Van ‘pure’ naar ‘hybride’ professionalisering

De sociale professies bereiken zelden occupational control, maar ze streven er ook niet naar. Dat ze in de geschiedenis steeds ervoor hebben geijverd om een ‘open’ professie of beroep te willen zijn, maakt ze in wezen ‘modern’. Het past in de ontwikkeling waarbij de ‘verplichtende’ of ‘pure’ professionalisering van de ‘klassieke’ professies onder vuur is komen te liggen. Tegenover het ‘klassieke’ discours van ‘pure’ professionalisering tekent zich een ‘modern’ discours af dat wil laten zien dat professionalisering meerdere gezichten kent. Het stelt dat professionalisering steeds meer uitgroeit tot een ‘hybride’ fenomeen. De omgevingen waarin professionals opereren, zijn veranderlijk en dynamisch. De betekenis van professionalisering ligt daardoor niet vast. Als gevolg van deze veranderingen is het werk van professionals omgeven door ambiguïteit. Niet zelden is er onduidelijkheid over de doelen en de uitvoering van het werk. Tegenstrijdige interpretaties vechten om voorrang. Sociaal werkers hadden daar altijd al min of meer mee te maken, maar nu krijgen ook artsen, rechters, docenten en andere professionals er meer mee van doen. Professionals ontwikkelen daardoor in hun werk vaak meerdere loyaliteiten: aan hun cliënten, aan collega’s, maar ook aan hun leidinggevenden. Het eenzijdig roepen om ‘bevrijde professionals’ of ‘minder managers’ is te eenvoudig.

Verbindende professionalisering

‘Verbindende professionalisering’ vormt een eigen, passende strategie van professionalisering voor de sociale beroepen die zich rekenschap geeft van zulke ontwikkelingen. Vergeleken met verplichtende professionalisering kiest een strategie van verbindende professionalisering de klassieke professies niet als ijkpunt. In deze strategie wordt minder waarde gehecht aan occupational control. De (h)erkenning van het beroep en de beroepsgroepvorming wordt niet gezien als een geïsoleerd doel, maar eerder als een gevolg van de samenhangende ontwikkeling van ambachtelijkheid, vakmanschap en professionaliteit bij (groepen van) professionals.

Auteur: Marcel Spierts

Verder lezen

Freidson, E. (2001). Professionalism, the third logic. On the practice of knowledge. Chicago: The University of Chicago Press.

Hens, H. (2002). Professionalisering. In: L. Verplanke et al. (red.). Open deuren. Sleutelwoorden van lokaal sociaal beleid. Utrecht: NIZW/Verwey-Jonker Instituut.

Noordegraaf, M., Steen, M. van der, & Twist, M. van (2011). Werk in verwarring. Over verplichtende, versnipperde en verbindende professionalisering. M&O Tijdschrift voor Management en Organisatie, 65(6), 29-48.

Noordegraaf, M., & Steijn, B. (red.). (2013). Professionals under Pressure. The Reconfiguration of Professional Work in Changing Public Services. Amsterdam: Amsterdam University Press.

Schön, D. (1983). The Reflective Practitioner. How Professionals Think in Action. San Francisco: Jossey-Bass.

Sennett, R. (2008). The Craftsman. London: Allen Lane.

Spierts, M. (2014). De stille krachten van de verzorgingsstaat. Geschiedenis en toekomst van sociaal-culturele professionals. Amsterdam: Van Gennep.