U bent hier

Samenlevingsopbouw

Samenlevingsopbouw  heeft als doel de zelfwerkzaamheid en medeverantwoordelijkheid van burgers bij de invulling van hun woon- en leefomgeving te versterken. De methodiekontwikkeling van het opbouwwerk is onder te brengen in een drietal hoofdstromen: opbouwwerk als sociaal-agogische methode, maatschappijkritisch opbouwwerk en pragmatisch opbouwwerk. Het huidige opbouwwerk is een combinatie van de eerste en de derde hoofdstroom.

Bij het huidige opbouwwerk vormen de integrale benadering en de netwerkstrategie de hoofdelementen, naast activering en motivering van bewoners.

Doelen samenlevingsopbouw

Binnen samenlevingsopbouw werken verschillende partijen samen, die zich met name richten op:

  • de bewustmaking van bewoners/burgers van de mogelijkheden om hun eigen woon- en leefsituatie te verbeteren;
  • het vergroten van de maatschappelijke vaardigheden van mensen en groepen;
  • het versterken van de zelfwerkzaamheid en het eigen initiatief;
  • het stimuleren van het debat over tekorten in de woon- en leefsituatie;
  • het ondersteunen van initiatieven van actieve burgers;
  • het bevorderen van medeverantwoordelijkheid van burgers voor hun eigen leefsituatie;
  • het verbeteren van betrekkingen tussen mensen en groepen;
  • het bevorderen van overleg en samenwerking tussen groepen en instellingen.
     

Maatschappelijke ontwikkelingen

Er zijn allerlei maatschappelijke ontwikkelingen die grote invloed hebben op de samenlevingsopbouw. Zoals de individualisering, verscherping van de tweedeling, vergrijzing, diversiteit, mondialisering, verharding in de verhoudingen tussen generaties en culturen, de toename van de (subjectieve) sociale onveiligheid en het mondiger worden van bepaalde groepen bewoners. Ook zijn steeds meer partijen zich actief gaan bezighouden met de leefbaarheid en de sociale vraagstukken binnen Nederlandse buurten en wijken die in een kwetsbare positie verkeren.

Opbouwwerk als methodiek

De methodiekontwikkeling van het opbouwwerk is onder te brengen in een drietal hoofdstromen:

  1. Opbouwwerk als een sociaal-agogische methode
    Opbouwwerk als een sociaal-agogische methode isericht op gedragsverandering van individuen, groepen en samenlevingsverbanden, waarbij zij via een langdurig proces van zelfherkenning en geleidelijke motivering komen tot meer verantwoordelijkheid en zelfwerkzaamheid bij het aanpakken van sociale kwesties. Deze sociale kwesties kunnen liggen op allerlei gebieden, : zoals  leefbaarheid, sociale veiligheid, achterstanden in onderwijs, emancipatie en arbeidsparticipatie en gebrek aan sociale cohesie.
     
  2. Maatschappijkritisch opbouwwerk
    Maatschappijkritisch opbouwwerk richt zich niet op gedragsverandering van gedepriveerden, maar zet zich in op het veranderen van sociale structuren die achterstanden veroorzaken en in stand houden. Het is een strategie en methodiek voor sociale actie  met een sterk emancipatorisch karakter. Naast  bewustwording van bewoners in achterstandswijken, gaat het er ook om, hen te organiseren en te ondersteunen bij belangenbehartiging en strijd tegen het beleid van overheden en instanties als woningcorporaties.
     
  3. Pragmatisch opbouwwerk
    Pragmatisch opbouwwerk richt zich op het oplossen van concrete sociale problemen. De probleem Project Methode  en de Netwerkbenadering  zijn hierbij de belangrijkste methoden. Allereerst worden de sociale problemen geanalyseerd en worden plannen ontworpen hoe deze aan te pakken. Hierbij zijn zowel de betrokken bewoners als de overige partners in het netwerk belangrijke actoren om de sociale problemen op te lossen. Na de uitvoering van de plannen worden de effecten geëvalueerd, waarna de cyclus afgerond wordt of zo nodig opnieuw in gang gezet.
     

Het huidige opbouwwerk

Het huidige opbouwwerk is doorontwikkeld als een combinatie van de eerste en de derde hoofdstroom. De maatschappijkritische elementen van opbouwwerk zijn nagenoeg verdwenen. De integrale benadering en de netwerkstrategie vormen naast activering en motivering van bewoners de hoofdelementen van het huidige opbouwwerk. In de jaren 90 komt de integrale wijkaanpak sterk op, waarbij de opbouwwerker wordt gezien als een belangrijke partner in het netwerk van gemeente, corporaties, welzijnsorganisaties, bewonersorganisaties, scholen, arbeidsvoorzieningen etc.  In het laatste decennium is de opbouwwerker vooral  de ondersteuner van burgerinitiatieven en burgerkracht. Nu het sociale domein door alle decentralisaties opnieuw ingericht wordt met sociale wijkteams, geven veel gemeenten het opbouwwerk in die teams een belangrijke plaats.

Landelijk Centrum Opbouwwerk

Van 1982 tot 2006 heeft het opbouwwerk een eigen landelijke infrastructuur gekend in de vorm van het Landelijk Platform Opbouwwerk, later het Landelijk Centrum Opbouwwerk. Het LCO heeft een uitgebreid oeuvre nagelaten met als belangrijkste auteurs Harry Broekman  en Wil van de Leur. In de Vlaamse literatuur is samenlevingsopbouw nog altijd actueel. De meest recente publicatie   van onder andere Herman Baert geeft een degelijke methodiekbeschrijving van samenlevingsopbouw, die ook in Nederland goed bruikbaar is voor samenlevingsopbouw.

Auteur: Paul Vlaar

Verder lezen

Meer over de geschiedenis van samenlevingsopbouw

Van Tienen en Zwaniken. Opbouwwerk als sociaal-agogische methode. Deventer 1969, 1972, 1975.

Reckman, P.: Naar een strategie en methodiek voor sociale actie. Baarn 1971

Besteman, A.: De probleem-projectmethode in het opbouwwerk. Drachten 1974

Snel, M.: de Netwerkbenadering. Strategieën voor machtsverwerving, Werkplaats Opbouwwerk Noord Nederland, 1986

Sprinkhuizen, A., P. Vlaar, R. Engbersen en J. de WilIn. De ban van de buurt, over lokaal sociaal beleid in de buurt. NIZW 1998

http://www.harrybroekman.nl/wp-content/uploads/A2013Dochterlijst.pdf

Desmet, A., Ed., Baert, H., Ed., Bouverne-De Bie, M., Ed., Verbeke, L., Ed. (2008). Handboek samenlevingsopbouw in Vlaanderen. Brugge: die Keure.