U bent hier
Pedagogiek
Grote denkers, van Plato tot Kant, hebben door de eeuwen heen bijdragen aan het denken over opvoeding geleverd die vandaag de dag nog kunnen inspireren. Aan Nederlandse universiteiten wordt pas ruim een eeuw gerichte gespecialiseerde aandacht aan opvoeding besteed.
In 1900 werd J.H. Gunning Wzn. aan de Utrechtse Universiteit benoemd tot privaatdocent pedagogiek, een term die hijzelf als volgt toelichtte: ‘Pedagogie’ is de praktijk, het pedagogisch handelen. Bij pedagogisch handelen gaat het weliswaar om bewust handelen, maar van systematische reflectie op dat handelen is pas sprake in de wetenschap, in de ‘pedagogiek’.
Normatieve pedagogiek
De eerste generatie pedagogen bestond uit filosofen en theologen die een filosofisch of religieus ethisch systeem toepasten op de theorie en praktijk van de opvoeding. Het is de vraag of je in het geval van die Normatieve Pedagogiek al van wetenschap mag spreken. Gunning (Utrecht), Casimir (Leiden), Kohnstamm (Amsterdam), Hoogveld (Nijmegen) en Waterink (Vrije Universiteit Amsterdam) werkten aan de opbouw van de pedagogiek voor hun eigen zuil. Binnen de Vereniging tot Bevordering van de Studie der Pedagogiek (VBSP) werkten ze ook landelijk samen. Ze maakten het zo mogelijk dat mensen die geen toegang hadden tot de universiteit pedagogiek konden studeren aan de MO-opleidingen.
Geesteswetenschappelijke pedagogiek
In Duitsland was in het begin van de vorige eeuw de geesteswetenschappelijke pedagogiek tot ontwikkeling gekomen. Die vatte de pedagogiek op als een autonome wetenschap, niet ondergeschikt aan religie, maar ook niet aan de politiek. Ook de pedagogische relatie liet zich in die visie niet reduceren tot psychische beïnvloedingsprocessen. Psychologie en sociologie werden als hulpwetenschappen van de pedagogiek gezien. De tweede generatie Nederlandse universitaire pedagogen, waarvan Langeveld (Utrecht) ook internationaal de meest vooraanstaande was , ontwikkelden nadrukkelijk een praktische pedagogiek, waarin de normatieve vragen die opvoeding eigen zijn serieus worden genomen. Na de Tweede Wereldoorlog kende de discipline een snelle groei en specialisatie in klinische pedagogiek, orthopedagogiek, schoolpedagogiek en sociale pedagogiek.
Maatschappijkritische pedagogiek
De maatschappijkritische pedagogiek, die in de jaren zeventig onder studenten populair was, heeft nooit vaste voet aan Nederlandse universiteiten gekregen. Op leerstoelniveau moet en uitzondering gemaakt worden voor het werk van de orthopedagoog Van Genep.
Empirisch-analytische pedagogiek
De empirisch-analytische pedagogiek, die opvoeding als gedragsbeïnvloeding opvat en naar effectieve middelen zoekt om door de politiek gestelde doelen te bereiken, is vanaf de jaren tachtig steeds dominanter geworden. Sinds een aantal jaren stelt de overheid ook aan pedagogische instellingen de eis dat uitsluitend gebruik gemaakt wordt van methoden en methodieken waarvan de effectiviteit wetenschappelijk bewezen is. Het gebruik van empirisch-analytische methoden had sinds het begin van de jaren zeventig de pedagogiek al uit de schoolpedagogiek gehaald en haar omgedoopt tot onderwijskunde. In die onderwijskunde ging het bijvoorbeeld niet langer om de pedagogische relatie tussen leerkracht en leerling, maar om onderzoek naar leerkracht-leerling interacties. Binnen de orthopedagogiek is in de jaren negentig het stoornissendenken zo centraal komen te staan, dat de pedagogiek - met zijn gerichtheid op persoonsvorming - goed beschouwd ook uit de orthopedagogiek is verdwenen. Leidende orthopedagogen vatten sinds eind jaren negentig de pedagogiek op als empirische gedragswetenschap. Ze achtten de gerichtheid op de praktijk storend voor de kwaliteit van de theorievorming (Rispens). De sociale pedagogiek had toen al plaatsgemaakt voor empirisch-analytische jeugdstudies.
(Beroeps)praktijkgericht onderzoek
De sinds 2000 aan hogescholen ingerichte lectoraten hebben uitdrukkelijk de opdracht (beroeps)praktijkgericht onderzoek te doen. Dat heeft een hernieuwde aandacht voor traditionele pedagogische thema’s opgeleverd en het gebruik van kwalitatieve onderzoeksmethoden gestimuleerd. Het is de vraag of de lectoren het van het universitaire onderzoek afwijkende spoor weten te vast te houden. Als aan het onderzoek in het hbo dezelfde eisen worden gesteld als aan het universitaire onderzoek zal de nieuwe lente van korte duur zijn
Auteur: Bas Levering, wijsgerig en historisch pedagoog aan de Universiteit Utrecht (1975-2012), lector Algemene Pedagogiek Fontys Hogescholen (2004–1012), gastprofessor pedagogiek Universiteit Gent (2009-2011), hoofdredacteur Pedagogiek in Praktijk Magazine (sinds 2001).
Verder lezen
Bakker, N., Noordman, J. & Rietveld-Van Wingerden, M. (2006). Vijf eeuwen opvoeding en onderwijs. Idee en praktijk. Assen: Van Gorcum.
Kroon, T.M. & Levering, B. (2008). Grote pedagogen in klein bestek. Amsterdam: SWP.