U bent hier

Stromingen in het sociaal werk

In het sociaal werk zien we talloze benaderingen en perspectieven. Deze zijn op verschillende manieren in te delen: naar het te bereiken doel, de achterliggende ideologie of historische afkomst.

Hieronder een overzicht.

Indeling naar doelen

Het meest bekende onderscheid in benaderingen zien we in de klassieke driehoek van Malcolm Payne (2005:10).


In deze driehoek kunnen we drie kenmerkende invalshoeken onderscheiden:

  • Reflectief therapeutische benadering
    Persoonlijke groei , herstel en zelfontplooiing staan in deze benadering centraal. De reflexief therapeutische  benadering is dominant in de US en was in Nederland vooral in de tachtiger en negentiger jaren sterk.
     
  • Socialistisch-collectieve benadering
    De socialistisch-collectieve benadering richt zich op de positieverbetering van de meest onderdrukte en gemarginaliseerde groepen. In ons land herkennen we dat vooral in sociaal werk dat gericht is op emancipatie en verandering in de maatschappij.  Deze benadering kende hier in de jaren zeventig zijn hoogtepunt.
     
  • Individualistische-reformistische benadering
    In deze benadering wordt sociaal werk gezien als dienstverlening en instandhouding van de bestaande orde. 
     

Toevoeging driehoek: contextuele transformerende aanpak

Deze klassieke driehoek in sociaal werk theorie kunnen we wellicht tot een rechthoek maken als we sociaal werk vooral zien als activerend, gericht op empowerment en veranderingen in de eigen context van mensen (van Ewijk, 2010, p. 3).

 
In de contextuele transformerende aanpak richt de sociaal werker zich op veranderingen in de directe context van de cliënt of burger. Het is dus niet individueel of therapeutisch gericht en ook niet uit op grote maatschappelijke veranderingen maar zet zich in om de context van bijvoorbeeld een gezin, een werkplek of klas zodanig aan te passen dat de betrokkene beter tot zijn recht komt.

Indeling naar ideologie

Behalve naar deze positioneringen van sociaal werk te kijken, naar de essentie van het doel van het werk, kunnen we ook een reeks ideologische theorieën van het sociaal werk onderscheiden.

  • Anti-oppressive sociaal werk
    In de lijn van sociaal werk dat de samenleving wil veranderen vinden we het anti-oppressive social work dat we veel in UK en Scandinavië tegenkomen. In dit werk zien we cliënten vooral in situaties van onderdrukking en wordt geprobeerd hen aan te zetten aan die onderdrukking te ontkomen. Het accent ligt op maatschappelijke macro- en microsystemen waarin ongelijke posities worden toegedeeld op grond van kenmerken als  sekse, kleur, stoornis en achterstand.
     
  • Sociaal constructivistisch sociaal werk
    In het sociaal constructivistisch sociaal werk ligt de nadruk op het idee dat mensen collectief en individueel hun wereld construeren maar daardoor deze ook kunnen deconstrueren. Hier is niet zozeer het systeem het uitgangspunt, maar juist de eigen vorm gegeven constructie (perspectief) van de werkelijkheid. 
     
  • Faith-based sociaal werk
    Een derde breed verbreide stroming is die van faith-based sociaal werk. Hier zoekt men de kern en kracht in zingeving en levensbeschouwing waarmee waarden benadrukt worden zoals verzoening, acceptatie, loyaliteit maar ook strijd tegen armoede en onrecht. In faith-based sociaal werk komen sociaal werkers met verschillende levensbeschouwingen van humanisme tot islam samen om het gemeenschappelijke en onderscheidende te verkennen en zich sterk te maken voor een sterke waarden oriëntatie van het werk.
     

Indeling naar historische afkomst

Tot slot zouden we het domein van sociaal werk kunnen onderscheiden naar de vanouds bekende indeling van maatschappelijk werk, sociaal pedagogisch werk, samenlevingsopbouw en sociaal cultureel werk. Alle vier hebben wortels die terug gaan tot begin 20ste eeuw of zelfs 19e eeuw.

  • Maatschappelijk werk
    Het maatschappelijk werk heeft zijn sterkste wortels in de Angelsaksische wereld en is vooral gericht op oplossen van materiële en immateriële sociale problemen.
     
  • Sociaal pedagogisch werk
    Het sociaal pedagogisch werk is vooral Europees-continentaal met een lange – en grotendeels wetenschappelijke – traditie in bijvoorbeeld Duitsland en Rusland.  De aandacht is hier vooral gericht op opvoeden, persoonlijke groei en levensbegeleiding in het derde milieu, de vrije tijd. Een moderne variant is de ecologische pedagogiek, die zoekt naar een op elkaar afgestemde wereld van individu, gezin, school en derde milieu.
     
  • Samenlevingsopbouw
    Samenlevingsopbouw (community work) is gericht op het versterken van gemeenschappen, meestal buurten en dorpen. Het werk is van oudsher een variant binnen het maatschappelijk werk geweest maar later – in Nederland direct na de Tweede Wereldoorlog – verzelfstandigd. Samenlevingsopbouw heeft echter ook een autonome traditie in ontwikkelingswerk (community development).
     

Sociaal cultureel werk

Sociaal cultureel werk is eerder voortgesproten uit de sociaal pedagogiek en het vormingsdenken (Bildung). Vormingswerk, waaronder ook de basiseducatie, was lang een stevige pijler in het Nederlands sociaal werk. Een andere wortel van het sociaal cultureel werk lag in het clubhuiswerk en buurthuiswerk dat al eind 19e eeuw in Engeland ontstond en zich verspreidde tot diep in Rusland.

Auteur: Hans van Ewijk
 

Verder lezen

Adams, R., Dominelli L. and Payne, M., eds. 2002. Social work: themes, issues and critical debates. 2nd  ed., Houndmills: Palgrave.

Dominelli, L., 2002. Anti-oppressive social work: theory and practice. Houndmills: Palgrave Mc. Millan.

Ewijk, H. van, 2010. European social policy and social work. Citizenship based social work. Abingdon: Routledge.

Payne, M. 2005, Modern Social Work Theory, 3rd  edition, Houndsmill, Bassingstoke, New_York: Palgrave Macmillan.

Parton, N., O’Byrne, P. and Nijnatten, C. van, 2007. Social work, een constructieve benadering. Houten: Bohn, Stafleu, van Lochum.