U bent hier
Werken met gezinnen
Een gezin kan gezien worden als een mini-samenleving, waar gezinsleden samen leven en waarbij allerlei taken en rollen op elkaar afgestemd moeten worden. Samen leven is een voortdurend spel tussen autonomie en verbondenheid. Er kan disbalans ontstaan wanneer er problemen zijn die de draaglast van een gezin groter maakt dan de draagkracht. Het gewone dagelijkse leven wordt dan verstoord. De belangrijkste taak van gezinshulpverlening is het herstellen van dit gewone dagelijkse gezinsleven.
Een andere belangrijke taak van gezinshulpverlening is het herstellen en/of versterken van de band tussen gezinsleden.
Multi-probleemgezinnen
Iedere samenleving kent gezinnen die door verschillende problemen niet op eigen kracht het dagelijks leven aankunnen, ook wel multi-probleemgezinnen genoemd. In multi-probleemgezinnen zijn er problemen rondom: de opvoeding van de kinderen, het welzijn van de gezinsleden, het voeren van een huishouding, het verwerven en onderhouden van een maatschappelijk positie en het vormgeven van een partnerrelatie. De problemen bestaan vaak van generatie op generatie en het gezin leeft van crisis naar crisis.Voor gezinnen die even koers verliezen en voor gezinnen die dreigen te stranden is een gezinsgerichte hulpverlening nodig waarin ouders worden ondersteund om (weer) grip te krijgen op het dagelijkse gezinsleven.
Gezinshulpverlening
In een gezinsgerichte werkwijze staan problemen van kinderen of van opvoeders niet op zichzelf, maar worden deze steeds vanuit gezinsrelaties bekeken. De hulp die geboden wordt is naast het aanpakken van voorliggende problemen, gericht op het versterken van de verbindingen tussen de gezinsleden. Daarbij krijgt niet alleen het kind een behandeling, maar wordt ook de ouderrol versterkt en worden gezinspatronen aangepakt.
Uitgangspunt: gezin voert zelf regie
Een gezinsgerichte benadering vraagt om een bescheiden houding van de sociale professional. De hulpverlening moet rekening houden met de keuzes en waarden van het gezin en samen met de gezinsleden overeenstemming vinden over de vormgeving van de te bieden hulp. Uitgangspunt is dat het gezin regie voert over het dagelijks leven en dat ze daarbij worden ondersteund door sociale professionals en vrijwilligers.
Noodzaak tot verbindend werken
De waardering voor de band (of het herstel daarvan) tussen gezinsleden is een belangrijke waarde voor gezinshulpverlening. De mate waarin die band schade heeft ondervonden is afhankelijk van de aard van de problematiek. Naarmate de spanning toeneemt op verschillende onderdelen van het gezinsleven kan de balans dusdanig verstoord raken dat dit tot escalatie leidt. Er is dan sprake van een crisis of nood. Dit zet druk op het gezin. De relaties in het gezin worden op de proef gesteld en men kan de hoop op een goede afloop verliezen. De noodzaak tot verbindend werken neemt toe. Ouders met (eenvoudige) opvoedingsvragen ervaren doorgaans verbondenheid met hun kind, en hebben hun vragen juist ook vanuit die verbondenheid. Deze verbondenheid komt onder druk te staan naarmate er meer spanning op het gezin en de opvoeding komt te staan. Verbindend werken is daarom in het bijzonder bij multi-probleemgezinnen en in het geval van uithuisplaatsing van belang.
Gezinsaanpakken
Hoe je gezinsgericht en verbindend kunt werken is afhankelijk per werksoort. In de databank effectieve jeugdinterventies van het Nederlands jeugdinstituut is een overzicht te vinden van interventies voor het gezin en de opvoeding. Ook het Verwey-Jonker Instituut stelt kennis over gezin en opvoeding online beschikbaar.
Auteur: Martine Noordegraaf
Verder lezen
Bouwkamp, R & Bouwkamp, S. (2013). Dicht bij huis. Praktijkboek werken met gezinnen. Aanpak van patronen in gezin, hulpverlening en werkveld. Utrecht: De Tijdstroom.
Hooghiemstra, E. & Verharen, L. (2013). Terug naar de logica van het gezin en de professional in de transitie jeugdzorg. Lectorale redes: Avans Hogeschool
Noordegraaf, M. & Vierwind, G. (red.) (2013). Hulpverlening aan jeugd en gezin. Systeemgericht werken met adolescenten. Bussum: Coutinho.
Steege, M. van der (2010). Tijdig ingrijpen. Opgroeien in een multiprobleemgezin. Het Jonge Kind, 6: 61-64.